4 februari 2016

Groeiend aantal daklozen vraagt om meer actie college

Enige tijd geleden zijn in de raadscommissie Mens & Samenleving vragen gesteld over de wachtlijsten in de maatschappelijke opvang. Er is vooraf eveneens een ria georganiseerd over dit onderwerp. Daar is ook geconstateerd dat er een toename is van nieuwe instroom van daklozen in Utrecht. Vandaag werden deze problemen door de NEMO-partners (Leger des Heils, Lister, Tussenvoorziening en Moviera) in de maatschappelijke opvang bevestigd. Op dit moment staan er 400 mensen op de wachtlijst voor de maatschappelijke opvang waaronder minimaal 30 gezinnen zonder de juiste zorg. Hierdoor ontstaan grote problemen en worden er ook hoge kosten gemaakt.

De PvdA en de ChristenUnie maken zich zorgen over deze situatie. Daarom hebben zij de volgende vragen aan het college:

1) Herkent het college de bovengenoemde problemen die geschetst worden door diverse organisaties? Zo ja, hoelang is het college al met deze problemen bekend? Heeft het college overwogen de raad hier actiever op te informeren?

2) Is het college het met de genoemde partijen eens dat minderjarige kinderen niet op straat horen te slapen?

3) In hoeverre heeft het college samen met de partijen inzicht in de personen die nu op een wachtlijst staan? Kan het college dit inzicht met de raad delen?

4) Heeft het Buurteam (jeugd) contact met deze “rondzwervende” gezinnen? Zijn zij in beeld bij andere instellingen rondom jeugdzorg (SAVE/VeiligThuis, Raad voor Kinderbescherming, e.d.)? Zo nee, wie onderhoudt wel het contact met deze gezinnen?

6) Afgelopen jaren is er een stijgende lijn te zien in de nieuwe instroom van daklozen. Is het college het met de genoemde partijen eens dat als er nu geen maatregelen worden genomen de problemen straks vele malen groter worden?

7) Welke maatregelen gaat het college concreet nemen om de wachtlijsten weg te werken? Passen deze maatregelen binnen het budgettaire kader? Zo nee, hoe gaat u dit oplossen?

8) Buurteams gaan uit van de vraag van de cliënt, maar niet iedereen is in staat om een hulpvraag te formuleren. Het gevolg hiervan is dat sommige mensen niet de juiste zorg krijgen. Herkent het college deze problematiek? Zo ja, wat gaat het college doen om dit te voorkomen?

9) De raad heeft geen recente cijfers ontvangen van het college over de in en uitstroom van cliënten binnen de maatschappelijke opvang, terwijl wij deze wel van de organisaties hebben ontvangen. Graag ontvangen wij zo snel mogelijk de meest recente cijfers aangaande de in en uitstroom van cliënten binnen de maatschappelijke opvang.