Het leven van onze politici in tijden van Corona: Lisa Arnold neemt het per dag

De Coronacrisis raakt ons allemaal. Velen staat het water aan de lippen. Hun zaak valt om, ze zijn hun baan kwijt of zien een groot deel van hun inkomsten verloren gaan. Maar ook de mensen die hun baan nog hebben en vanuit huis kunnen werken worden geconfronteerd met een heel andere dagelijkse routine. Hoe gaan de Utrechtse politici hiermee om? Deze keer praten we met Lisa Arnold, fractiemedewerker van de PvdA Utrecht. 

Dagelijks leven 

Lisa is iets meer dan een maand voor de coronamaatregelen samen gaan wonen met een goede vriendin in een appartement aan het Griftpark. Ze werken allebei in principe aan de eetkamertafel, maar merken dat ze het soms even nodig hebben om alleen te zijn. Dus trekken ze zich weleens terug in de slaapkamer of op het balkon.

Lisa: “We hebben nog geen irritaties gehad, maar steken er allebei veel energie in om dat zo te houden. We hebben de afspraak om dingen op tijd aan te kaarten. Zo intensief samenwonen is namelijk best een beproeving, aangezien we allebei regelmatig videovergaderingen hebben én een ander ritme. En nu we alleen nog maar thuis zijn, wordt alles sneller vies en gaat sneller op. Dus dat vraagt een proactieve houding in opruimen, schoonmaken en de gemeenschappelijke boodschappen doen”. 

Wat de dag brengt

Lisa werkt 3,5 dag per week voor de PvdA en ze besteedt gemiddeld 12 uur aan de Radioschool, een journalistiek opleidingstraject van de KRO-NCRV. “Ik kijk een beetje wat de dag brengt. Het politieke werk staat namelijk op een veel lager pitje en komt op onregelmatige tijden, dus het heeft geen zin om mij aan strakke werktijden te houden. Voor de coronacrisis had ik ook al onregelmatige dagen en weken en dat vind ik fijn werken”. 

Ritme en regelmaat 

 “Natuurlijk houd ik, net als ieder mens, wel van enige vorm van ritme en regelmaat, dus ik sta iedere dag rond dezelfde tijd op en ga altijd rond dezelfde tijd naar bed. De dingen die ik in mijn ‘vrije tijd’ graag doe (lezen, schilderen, Netflixen, wandelen) plan ik op verschillende manieren rond mijn werkzaamheden voor de gemeenteraad in. Dus soms begin ik mijn werkdag vroeg en kan ik wat eerder stoppen, en andere dagen werk ik tot later door. Op deze manier hoop en probeer ik te voorkomen dat iedere dag op elkaar gaat lijken”.

Thuiswerktips

Lisa: “Mijn tips voor thuiswerken? Aan het begin van de corona-maatregelen ben ik best ontregeld geweest en heb ik moeten leren dat het leven van nu niet te vergelijken valt met twee maanden geleden. En dat je dus andere ‘eisen’ kunt en mag stellen aan bijvoorbeeld productiviteit. Dat geeft rust. Ook merk ik dat kleine dingen het verschil maken. Een mooie bos bloemen op tafel en een biertje drinken na een werkweek op vrijdagmiddag, doet veel voor mijn gemoed”.  

Fractiemedewerker 

“Als fractiemedewerker ondersteun ik raads- en commissieleden met onder andere het opstellen van schriftelijke en mondelinge vragen, moties en amendementen. Dat gaat nog wel door, maar in een veel lager tempo. Ik vind het mooi dat we als partij met een zelfbedachte interviewreeks als ‘Nieuwe solidariteit’ toch actief blijven en midden in de samenleving staan”.  

 Radioschool 

Lisa vertelt over haar opleidingstraject bij de Radioschool: “Ik doe dit jaar mee met de Radioschool, een opleidingstraject van de KRO-NCRV, waarin ik dit jaar samen met elf andere jonge mensen alles leer op het gebied van redactie, verslaggeving en regie. Op dinsdagavond hebben we masterclasses van gevestigde namen uit het radioveld en op vrijdag hebben we redactiedag en bereiden we onze uitzending ‘Fris!’ van zondagochtend op Radio 1 voor. Dat gaat nu allemaal via videovergaderingen. Ik mis het ‘zijn’ op de redactievloer. In je eentje vanuit huis werken is veel minder leuk, en moeilijker. Het is lastiger sparren over onderwerpen en invalshoeken. Daarnaast werkte het heel stimulerend om collega’s om je heen te horen bellen”.  

Zorgen om anderen 

Natuurlijk maakt ook Lisa zich zorgen om de mensen om haar heen. “Ik maak mij weleens een beetje zorgen om mijn vader. Hij is laatst zestig geworden, is directeur van een basisschool en gaat iedere doordeweekse dag naar zijn school. Hij houdt zich heel strikt aan de anderhalve-meterregel, maar ziet toch op een dag best veel mensen”.