12 maart 2018

Leven Lang Binnenstad: Interview met Theo Poort

Theo Poort (67) woont al bijna zijn hele leven in hartje Utrecht. Aan de Lijnmarkt waar hij tot 2000 zelf een winkel in, van oorsprong, galanterieën had. In de 63 jaar dat hij er woont heeft hij de Binnenstad enorm zien veranderen.

Hoe is het om je hele leven in de Binnenstad te wonen?

“Ik ben hier opgegroeid als jongste van 10 kinderen. Mijn ouders behoorden tot de middenstand en hadden het zwaar in die tijd. Als kind speelde ik weinig op straat. Dat was ‘ordinair’ en bovendien door het vele verkeer veel te gevaarlijk. Ik heb meegemaakt dat de Binnenstad verkommerde en verpauperde in de jaren vijftig en zestig. Pas later is er veel vernieuwd en opgeknapt. Het is absoluut beter geworden, maar het had mooier gekund. Er is ook veel onnodig gesloopt.”

Wat is het mooiste plekje van de Binnenstad?

“Dat is de Dom, zonneklaar.” Theo is voorzitter van het Utrechtse Klokkenluiders Gilde. “Ik hoop dat het middenschip van de Dom ooit weer wordt opgebouwd.”

Wat is je mooiste herinnering aan de Binnenstad?

Er zijn er vele. Maar: “Toen in 2015 de Tour de France onder de Dom door reed en de klokken van de Domtoren luidden, was dat een prachtig moment. Het was allemaal heel lastig om dat te regelen met beveiliging en zo, maar het is gelukt.”

Wat heb je de laatste jaren zien veranderen in jouw wijk?

“In de Binnenstad zijn te veel woningen gesplitst, dat was niet altijd verstandig, want het doet afbreuk aan de oorspronkelijke ontwerpen en indelingen van de gebouwen.   Wel is het aantal inwoners van de Binnenstad onder andere hiermee weer enorm gegroeid. Van 4500 in 1975 naar 18000 nu. De toenemende horeca van de laatste jaren zorgt voor veel overlast. Er is een discrepantie tussen het toenemend aantal bewoners enerzijds en de toenemende horeca anderzijds. Eenmaal een horecavestiging betekent in Utrecht een vergunning voor onbepaalde tijd.  Geef een vergunning uit voor 5-10 jaar en niet voor de eeuwigheid, dan kun je later veel beter bijsturen als het weer slechter gaat met de economie.”

Je hebt je wijk flink zien veranderen. Welke zorg voor de toekomst wil je meegeven aan de politiek?

“Sinds de ambtenaren in het Stadskantoor zitten is het een ‘wij-zij-denken’ geworden. Er is te weinig persoonlijk contact meer mogelijk en geen soepelheid. Er wordt daar met de rug naar de bevolking geheerst. Hopelijk gaat dat ooit nog veranderen.”