Door Ilse Raaijmakers op 3 juli 2021

Slavernij en de stad Utrecht

Deze week verscheen het onderzoek “Slavernij en de stad Utrecht”. De conclusies zijn hard en confronterend. Het is pijnlijk om te lezen hoezeer Utrecht betrokken was bij slavernij en profiteerde van uitbuiting en geweld. Nog meer dan eerder onderzoek deed vermoeden. Voor de welvaart van de stad is een hoge prijs betaald.

Excuses
Wat de PvdA betreft moet Utrecht excuses maken voor de betrokkenheid van de stad bij het slavernijverleden. De stad Utrecht was formeel betrokken bij slavernij. Ook veel Utrechtse bestuurders waren persoonlijk betrokken. 42% van de toenmalige raadsleden (vroedschapsleden) had directe en indirecte belangen in koloniale exploitatie. Onze voorgangers profiteerden van slavernij. Gelukkig zegde burgemeester Dijksma toe dat het college zorgvuldig gaat kijken om betekenisvolle excuses te kunnen maken.

Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst
Ilse Raaijmakers: “Excuses alleen zijn niet voldoende. De erfenis van slavernij heeft vandaag de dag nog grote impact op veel Utrechters. Daar moeten we het met elkaar over hebben, op scholen en in de stad. Het onderzoek laat ook zien dat de zwarte aanwezigheid in de stad Utrecht lang buiten beeld is gebleven. Dat moet veranderen, omdat we een Utrecht willen zijn voor alle Utrechters.”

Gelukkig komt er in 2023 mede dankzij de PvdA een monument om slavernij te herdenken. Oud-raadslid Bouchra Dibi heeft hier in 2017 als eerste het initiatief voor genomen. Het is ook van belang dat meer Utrechters dit verleden leren kennen. Op ons initiatief is het boek “Slavernij en de stad Utrecht” voor Utrechters toegankelijk bij bibliotheken. Het is een verhaal van iedereen. Door het te kennen kunnen we het heden beter begrijpen en werken aan een gezamenlijke toekomst.