8 december 2015

‘Strijd’

Deze column werd uitgesproken door Lucas Roorda tijdens het Rode Café met Adriaan van Veldhuizen op 7 december 2015

Beste vrienden, partijgenoten,

Euforie in links Nederland! De Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben bij monde van partijleiders Samsom en Klaver aangekondigd een klimaatwet in te dienen, die Nederlands klimaatbeleid een stuk dwingender en consistenter te maken. Dat klimaatbeleid zwalkt momenteel meer dan die dronken BMW-bestuurder die in elke aflevering van Wegmisbruikers schijnt te zitten. Tijd voor Klimaatmisbruikers dus, met een jaarlijks CO2-blaastestje voor wie er dan ook in de regering zit. Dreiging van een bijbehorende regeerontzegging voor de duur van vier jaar zou helemaal mooi zijn, maar dat lijkt me helaas nog wat teveel gevraagd.

Het wordt, aldus Samsom en Klaver, tijd dat Nederland, waar het gevecht tussen koopman en dominee steeds wordt beslecht door een beslissende knock-out van de koopman, weer wat meer leiderschap op dit thema gaat nemen. Mondiale maatregelen laten zo lang op zich wachten dat we tussen de club van Rome en de conferentie in Parijs deze weken met eigen ogen klimaatverandering konden waarnemen, en niettemin blijven we ziende blind. Wij zijn bovendien dat laaggelegen landje dat als eerste verzuipt zodra – bijvoorbeeld – Groenland smelt. Dan wordt het helemaal geen EK voetbal meer, maar een wedstrijdje watertrappen, en mogen we dressuur doen met zeepaardjes.

U vraagt zich wellicht af: wat zit die Roorda nou te bazelen over de milieuwet, op een avond die gaat over de geschiedenis van de sociaaldemocratie. Ik doe dit omdat dit project, tegen alle stromen in, een lichtpuntje is in de donkere periode waar de PvdA zich nu bevindt. Natuurlijk kun je cynisch zijn, en zeggen dat het niet om de inhoud gaat. Dat Samsom wat biologisch afbreekbare lijm zoekt om afgevallen ideologische veren op te plakken. Dat Klaver wil bewijzen dat hij meer is dan een snotneus met hippe praatjes, leuke krullen en een dunne paperback. U kunt alle Tweede Kamer-moties opgraven waar vrijwel hetzelfde in stond als in deze wet gaat komen, maar die door de PvdA uit coalitieoverwegingen werden afgestemd. Daar kunnen we het allemaal over hebben, maar dat brengt mij niet van de overtuiging dat dit initiatief heel waardevol is is.

In die klimaatwet lijkt namelijk het kernthema van vandaag een beetje door te schemeren: strijd. Die strijd, vergeeft u mij de matige Sinterklaasrijmelerij, is de PvdA een beetje kwijt. Strijd voer je voor een groot ideaal dat wellicht niet één-twee-drie te behalen is, maar de moeite waard om voor te knokken. Strijd belijd je niet alleen in een toespraak op 1 mei, maar vecht je uit op de plekken waar iets te halen valt. Strijd betekent ook dat je slagen kunt verliezen, dat je gruwelijk op je bek kunt gaan. Die strijd lijkt bijna geheel afgezworen ten bate van risicoloze compromispolitiek achter een muur van pragmatische prietpraat – allemaal onder het mom dat we tenminste íets hebben binnengehaald.

Dames en heren, snel compromissen sluiten om te voorkomen dat je later misschien onderuit gaat, dat is geen strijd. Dat zou zijn als een voetbalwedstrijd, waarbij je in de eerste helft met 1-0 achter maar eens gaat onderhandelen met de tegenstander. Als je dan een compromis sluit dat de einduitslag op 1-1 bepaald wordt, is geen fan echt blij met dat ene punt. Als de gelijkmaker echter na een harde wedstrijd valt, in de blessuretijd, uit een corner, is er reden voor een feestje. “Eén punt gewonnen”, heet dat dan in voetbaltaal, in plaats van “twee punten verloren”. Zelfs een 2-1 nederlaag voelt nog als eervol, als het maar in dienst staat van het kampioenschap aan het einde van de rit – en kampioen word je nooit zonder strijd en met gelijke spelen.

Laat ik twee voorbeelden geven van hoe we dat nu verkeerd aanpakken. De hoofdpersoon heet Lodewijk Asscher, geroemd vicepremier, minister van Sociale Zaken en zwaard van Damocles boven het hoofd van Samsom. Díe Asscher, kreeg het vandaag voor elkaar om een vrouwenquotum voor topposities dat in de maak is bij de Europese Unie, te blokkeren. Niet omdat hij het er mee oneens is – dat kan – maar omdat hij dat ‘liever aan de sociale partners overliet, om meer draagvlak te hebben’. Hopsa, weer een maatregel op de lange baan.

Strike two voor Asscher, die afgelopen week ook al boog als een rietje toen het CPB – nooit te beroerd voor wat als neutrale economie verpakte neoliberale denkbeelden – becijferde dat afschaffing van het minimumjeugdloon drama zou worden in banenland. Dat die voorspellingen zelden kloppen deed er niet toe, dat hiervoor nou juist authentieke strijd voor gevoerd was door Young & United ook niet.
Dames en heren, stelt u zich even voor dat de vroege socialisten zich op deze manier hadden laten intimideren door het establishment van die tijd. 8-urige werkdag en fatsoenlijk minimumloon onmogelijk? Ach, laten we blij zijn met wat ‘politiek haalbaar is’.

Met die logica hadden we nog steeds dagelijks van acht tot zes gewerkt – beurshandelaren en advocaten in de zaal mogen nu lachen. Het minimumuurloon was bovendien geweest wat het minimum jeugdloon nu is – de handelaren en advocaten lachen nu iets minder. Het punt is: deze doelen zijn behaald door jarenlang door te zetten en tegenslagen te slikken, niet omdat men zich neerlegde bij de constellatie van het moment.

Wat ik net noemde zijn slechts twee voorbeelden, maar de lijst is lang: van de langzame afbraak van publieke instellingen tot de volstrekt impotente reactie op de financiële crisis. Het systeem is failliet, maar linkse partijen proberen kruimels te grijpen omdat ze ervan overtuigd zijn dat een fundamentele verandering onhaalbaar is “in het huidige politieke klimaat”, terwijl de politieke status quo blijft staan.

Vervolgens gaan we ook nog eens kluitjesvoetbal spelen over de inhoud van die compromissen. Linkse partijen doen ontzettend hun best om elkaars resultaten af te fakkelen. Met die stand van zaken is het niet gek dat links in Nederland volgens de peilingwijzer nog geen 30% van de stemmen haalt.

Dat we de strijd te vaak onderling voeren is natuurlijk geen nieuws, leren we van zowel de serie als van het boek dat hier voor u op tafel ligt. Een jaar of twee geleden sprak ik Thijs Niemantsverdriet, journalist van NRC en schrijver van het boek De Vechtpartij – over, hoe kan het ook anders, de PvdA. Ik mag u graag aanraden om dit even naast Adriaan’s fantastische werk te leggen en parallellen te zoeken. Hij verklaart linkse zuurheid en verbetenheid als volgt: links heeft een missie, een morele opdracht voor het verbeteren van ieders leven. Anders dan bij andere stromingen kan die opdracht echter alleen vervuld worden via de politiek. Wij hebben geen markt, maatschappelijk middenveld of Hogere Macht waar we op kunnen vertrouwen als de politiek faalt. Wij hebben alleen onszelf, en als wij het niet voor elkaar krijgen is de missie verloren. Dat is een recept voor politieke passie, voor verbetenheid, maar ook voor zuur, voor chagrijn en in het ergste geval voor defaitisme.

Het is een verademing dat twee linkse politici het aandurven tegen dat defaitisme een politiek risico te nemen, want die klimaatwet gaat er in dit koopmannenland niet zomaar komen. Dat ze een concreet en ambitieus doel formuleren en alle tegenwind te trotseren, en de energie die we hard nodig hebben om de strijd te voeren niet tegen elkaar richten. Dat doel is natuurlijk niet de wet zelf, die is slechts één stap daar het doel toe en er zal nog veel strijd moeten volgen.

Het is echter wel een noodzakelijke in een nieuwe linkse politiek. Positief links, zo u wilt, met de neus naar de 21e eeuw en de ambitie om de status quo onderuit te schoppen. Met uitdagingen voor ons die in omvang en belang vergelijkbaar zijn met de emancipatie van de arbeider in het begin van de vorige eeuw, en de opbouw van de verzorgingsstaat in de jaren ’50. Niks halfbakken compromissen, de strijd gaat door. 

Díe strijd wil ik voeren. Met het zweet in de handen en het hart in de keel. Een strijd waar we ook juichen voor een ander team dat tegen een gemeenschappelijke tegenstander vecht, zoals morgenavond ook niet-PSV’ers stiekem een beetje zullen duimen voor de Eindhovenaren. We hoeven het niet over alles eens te zijn. We hoeven ook al niet van te voren een hapklaar en technocratisch doortimmerd en CPB-proof resultaat voor ogen te hebben. We hoeven niemand te overtuigen dat ook wij echt, heus wel een heel verantwoordelijke partij zijn.
Als we maar eens durven doorknokken voor een ideaal, als we maar risico’s durven te nemen. Dan gaat ze strijd door.

En garde!