Alleen ga je sneller, samen kom je verder!
Zaterdag 11 april was ik voor de tweede keer in onze politieke ledenraad.
Het was voor mij de eerste keer dat ik alles kon volgen en snapte wat er gebeurde. 23 moties en meer dan 2/3 ervan zijn overgenomen, een goede dag voor de ledendemocratie.
Als leden werden we enkele keren gecorrigeerd op onze kritische toon die niet altijd over inhoud ging maar soms ook over mensen.
Dan lopen de emoties hoog op, sommigen ergeren zich daaraan andere gaan lachen maar het laat niemand onberoerd.
Bijvoorbeeld toen motie 6 “solidariteit stopt niet bij de grens” besproken werd. In deze motie roepen leden de partij ook op om te zorgen dat minister Dijsselbloem niet alléén de vertegenwoordiger is van schuldeisers.
Het preadvies is afwijzen, als de onterechte vingerwijzing naar minister Dijsselbloem niet geschrapt wordt. De jonge vrouw, die de motie zeer kundig verdedigde, trok deze zin terug. Helaas liet zij verder achterwege wáárom 5 afdelingen de insteek van minister Dijsselbloem niet solidair genoeg vinden. En hoewel ik het inhoudelijk onbevredigend vond was het spannend en opwindend om te zien hoe we met elkaar samenwerken en hoe onze leiders de vele emoties kanaliseren. Ook al gaat het volgens Hans Spekman beroerd met de vereniging, deze bijeenkomst was levendig en bewees dat leden zich nog druk maken over ongelijkheid en onrechtvaardigheid. En niet alleen in Nederland maar ook daarbuiten. Ik werd er blij van en besefte dat onze opdracht niet alleen gaat over gezien worden en verbinding maar ook over samenwerken.
Volgende ledenraad heeft Utrecht sterke moties of doet mee aan sterke moties van anderen, dat staat vast! Wij kunnen als afdeling natuurlijk niet achter blijven.
Maar succesvol samenwerken is makkelijker gezegd dan gedaan.
Ik ben het in mijn persoonlijk leven tegen gekomen.
Samenwerken met mijn eerste partner is mij niet tot de dood ons scheidt gelukt. En kom het ook tegen binnen onze afdeling. Iedereen wil samenwerken om als partij een aansprekend links perspectief te bieden.
Maar dan moeten de ideeën samen komen en blijken we heel verschillend tegen oplossingen aan te kijken. Zo kennen wij de discussie over het nut van de win wijken, moeten we niet aan persoonlijke campagnes doen of juist wel. Toch willen we allemaal linksom. Sommigen willen dat met vertrouwen, las ik in het laatste manifest, maar hoe dan ook is het altijd een opdracht aan de partij. En aangezien WIJ de partij zijn is het een opdracht aan ons zelf en dus lastig. Vraag maar eens in een groep wie er voor verandering is en velen steken hun hand op. Vraag wie wil veranderen, en dan zie je heel wat minder opgestoken handen.
Zonder al te pathetisch over te willen komen moest ik zaterdag toch denken aan Kennedy. Jullie kennen zijn uitspraak wel: vraag niet wat je land kan doen voor jou…maar wat jij voor je land….. Juist die!
Die uitspraak leidde mij naar de vraag: hoe kan ik de afdeling helpen nog succesvoller te gaan samenwerken met elkaar en bewoners uit Utrecht?
Het begint bij onze gezamenlijke ambities. Wij allen gaan als afdeling voor een sterke en sociale gemeente waarin iedereen gelijke kansen krijgt en verdient. Dat hebben wij vertaald naar betaalbare goede woningen voor iedereen, bevredigend werk voor allen en toegankelijke optimale zorg voor wie dat nodig heeft. Begin dit jaar hebben we met de fractie, het permanente campagne team, leden uit de werkgroepen en bestuur vastgesteld dat we nog steeds gaan voor bovenstaande ambities.
Ons wenkend perspectief is alive and kicking maar vraagt blijvende aandacht om dat ook zo te houden. Aandacht van ons allemaal, prikkelende discussies, weten wat mensen raakt, weten wat onze leden raakt en ons daarmee laten inspireren. Het rode café is zo’n activiteit die ons helpt om onze visie te scherpen. En ja, ze hebben soms een kritische toon. Maar hé, zonder wrijving geen glans toch? Ook canvassen kan een bron van inspiratie zijn als we oprecht contact maken met de bewoners die we spreken, op zoek gaan naar misstanden en succes uit een wijk.
En we ons zelf ook zien als de signaleerders van misstanden voor onze fractie, verwijzers voor het ombudsteam en melders van nieuwe leden.
Goede samenwerking (verveelt het woord jullie al?) gaat echter niet alleen over inhoud maar ook om persoonlijke verhoudingen en relaties. We willen niet alleen linksom, dat willen we ook met elkaar en het liefst met nog veel meer mensen. Helaas kennen wij allen partijgenoten die het vertrouwen in een “PvdA vriendschap” zijn kwijtgeraakt. En zijn er in de afdeling aardig wat relaties die niet meer zo aardig zijn. Kennen wij ook in- en uitsluiting van mensen en speelt de vraag WIE heeft het voor het zeggen? Laat ik nu het moment maar meteen pakken en duidelijkheid geven over hoe ik dat zie, binnen de afdeling zijn leden de baas en zij hebben de leiding aan het bestuur gedelegeerd.
Een gezonde afdeling vraagt, naast lol, een hele grote vijver met actieve leden zodat je kunt variëren in met wie je wat oppakt.
Naast het ledencanvassen, heeft ook onze scoutingscommissie een belangrijke taak in het vinden van nieuw actief bloed tussen onze leden. Een taak die zij met verve oppakt en die wij als bestuur bij vacatures gaan inzetten. In de laatste ALV hebben jullie mogen stemmen voor nieuwe bestuursleden en afgevaardigden. 18 april hebben we onze eerste heidag met het nieuwe bestuur. We hebben een ambitieuze agenda.
We zijn ons bewust dat succesvolle samenwerking een afdeling vraagt, die goed georganiseerd en sociaal is. Met goed georganiseerd bedoelen we een heldere structuur die afgestemd is op wat de afdeling nodig heeft. Waar leden graag actief zijn, daadkracht aanwezig is en we afspraken maken die zo logisch zijn dat je ze na wilt komen!
Met sociaal bedoelen we dat we naar elkaar willen luisteren maar ook kritisch durven te zijn omdat we willen groeien. Waar voor een functie niet uitmaakt wie je kent, maar wat je kunt.
Met vertrouwen werken we aan gezonde relaties waar we naast respect ook zorg hebben voor elkaar.
Rest mij nog openbaar te maken wat een aantal van jullie al gemerkt hebben. Ik ben fel en uitgesproken. Ik maak fouten en geef die toe.
Ik heb snel een mening, maar leer en durf die bij te stellen.
Voel je vrij om direct en open invloed uit te willen oefenen op de afdeling. En neem het jezelf en ons kwalijk als dat niet voldoende lukt.
Want alleen ga je misschien sneller maar samen kom je verder!