Bestuurders SAVE moeten verantwoordelijkheid pakken voor kwaliteit en acceptatie van zorg
De Utrechtse gemeenteraad is al maanden intensief bezig met SAVE/Veilig Thuis. Hester Assen van de PvdA deed in september een oproep om ervaringen met jeugdhulp in de meest brede zin te delen met de politiek. Er kwamen tientallen mails binnen en er zijn 20 gesprekken geweest met ouders en andere familieleden. Wij willen de mensen die dit hebben aangedurfd hartelijk danken voor hun bijdrage. De raadsleden hebben hier enorm veel van geleerd. Bovendien bleek uit deze gesprekken des te meer dat er écht structurele zaken moeten veranderen bij deze organisatie. Dit in het belang van kinderen, jongeren én ouders in Utrecht.
Focuspunten
Uit de gesprekken kwamen de volgende focuspunten naar voren
- Rapportages en waarheidsvinding
- Save/Veilig Thuis als organisatie en de manier waarop zij communiceert
- Ouderschap en het gevoel daarin aangetast te worden
- De benadering van klachten en de afwikkeling ervan
- Wisselingen van medewerkers, onervarenheid, beleefde partijdigheid
- Juridische en financiële aspecten
- Beperkte rol voor familie en andere betrokkenen
- Kinderen die niet zelf gehoord of gezien worden
Veilig opgroeien
Het gemeenschappelijk doel om een kind veilig te laten opgroeien staat zowel voor ouders als medewerkers voorop, maar wordt niet altijd zo ervaren, of medewerkers en ouders vinden elkaar niet in de weg daarnaar toe. Hester Assen: “Wij zijn en waren ons er tijdens de gesprekken van bewust dat sommige klachten voort kunnen komen uit ontevredenheid met een besluit of aanpak, zonder dat dit besluit of deze aanpak perse fout is. Toch werden klachten of zorgen soms ook ondersteund door bewijs, voorbeelden van communicatie en gebrek aan zorgvuldigheid”.
Taak voor management
Hier ligt voor het management van betreffende jeugdzorginstellingen een belangrijke taak. Zij zijn verantwoordelijk voor het beleid, ook als moet veranderen. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat hun medewerkers hun taken zowel kwalitatief goed uitvoeren als zich maximaal inzetten voor acceptatie van de ouders. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat er telkens opnieuw gekeken wordt naar wat de organisatie wil bereiken en of dat nog wel altijd op de juiste manier gebeurt. Zij zijn er verantwoordelijk voor hun medewerkers daarin mee te nemen en te trainen op veranderingen.
Medewerkers
Hester Assen vervolgt: “Wij vinden het afschuwelijk dat medewerkers soms te maken krijgen met buitensporige reacties en agressie en in december haalde een schokkende voorbeeld daarvan de media. Hoe afschuwelijk wij dit ook vinden, kan dit niet betekenen dat wij niet kritisch kunnen zijn wanneer dit in onze ogen nodig is, juist omdat het om het belang van kinderen gaat. Wij snappen overigens de behoefte van bestuur en management om voor hun medewerkers te gaan staan. Als medewerker heb je een grote en zware verantwoordelijkheid en wij beseffen goed dat je het in deze sector niet snel voor iedereen goed doet en klachtenvrij kunt werken. Dat is dus ook niet wat wij verwachten”.
Het gemeenschappelijke doel om een kind veilig op te laten groeien staat zowel voor ouders als medewerkers voorop, maar wordt niet altijd zo ervaren, of medewerkers en ouders vinden elkaar niet in wat de weg daarnaartoe is. Wij zijn en waren ons er tijdens de gesprekken bewust van dat sommige klachten voort kunnen komen uit ontevredenheid met een besluit of aanpak, zonder dat dit besluit of deze aanpak per se fout is. Toch werden klachten of zorgen soms ook ondersteund door bewijs, voorbeelden van communicatie en gebrek aan zorgvuldigheid.
Problemen
Tijdens de gesprekken was er over een aantal problemen in de jeugdhulp grote eensgezindheid. Dat waren de volgende:
– lange wachttijden
– personeelstekort
– doorlooptijd van medewerkers
– hoge werkdruk
Oorzaken
Vrijwel iedereen noemde deze oorzaken, de een steviger dan de ander, maar ze kwamen altijd voorbij als knoppen om aan te draaien om problemen én klachten af te laten nemen. De afgelopen maanden ging het media vaak over jeugdzorg. Sommige artikelen hadden het over vijf voor twaalf in de jeugdzorg, sommige medewerkers luidden de noodklok, soms ook richting landelijke politiek omdat personeelstekort, wachttijden en werkdruk zo nijpend waren dat er NU geld bij moest. In de media ging het soms over specifieke regio’s, soms over landelijke trends. Assen: “Vaak las ik dan zaken die aansloten bij de gesprekken van de afgelopen maanden; ik las nooit iets echt nieuws. Ik was daarom ook enorm verbaasd dat Save tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst liet weten dat hoge werkdruk, personeelstekort en doorlooptijd van medewerkers met wachttijden tot gevolg geen noemenswaardig probleem waren.
‘Ben ik nou gek?’ Dat is het gevoel dat ik kreeg. Dat dit hier geen probleem is lijkt tegenstrijdig met de informatie de wij afgelopen maanden verzamelden én met de geluiden die wij uit de rest van het land horen. Hoe duidt de wethouder dit? Welke indruk heeft hij? En vindt hij het tijd om actie te ondernemen, zelf of richting de landelijke politiek?”.
Reactie Save
Vlak voor deze vergadering verscheen een stuk op de site van Save Midden Nederland. Hierin geven zij aan dat zij niet goed omgegaan zijn met kritiek. Wij waarderen het dat Save dit nu erkent. Hester Assen: “Waar het in het stuk niet over gaat is of die kritiek terecht was, of er inhoudelijk zaken anders moeten. Wat de PvdA betreft is de reactie van Save dus onvoldoende. Too little too late”.
Het moet echt beter
Het moet écht beter: zorgvuldiger, transparanter en meer mét de ouders. Hester Assen: “Wij willen een verbeterplan met concrete acties en deadlines, waarover wij minimaal 2x per jaar geïnformeerd worden over de voortgang. Heel binnenkort bespreken we het verbeterplan van SAVE. We zullen daar ontzettend kritisch op zijn. De focuspunten moeten terugkomen en de verbeteringen moeten serieus en structureel zijn. Vanuit de raad zullen wij daar alles aan doen!”.