‘In Nederland komt nooit revolutie, want daar mag je niet op het gras lopen, en dat doen de Nederlanders dan ook niet,’ aldus Karl Marx. Zoals eigenlijk alle analyses van Marx, klopt deze ook. Wij zijn een conformistisch volkje die het belangrijk vinden om binnen te lijntjes te kleuren en waar we niet echt houden van mensen die hun kop boven het maaiveld uitsteken. Maar wie wel eens op een verjaardagsfeestje met wat oudere ooms en tantes komt, weet dat we wel heel goed zijn in zeuren en het altijd beter weten. Toch voeren we verdomd weinig acties. In Nederland wordt ongeveer het minste gestaakt van heel Europa.
Hoe kan dat, eigenlijk? Volgens mij zijn we het simpelweg verleerd. Te veel gedacht dat het niet nodig was. Privatisering, marktwerking; het zou allemaal goed zijn voor iedereen. Maar nu dat niet zo blijkt te zijn en nu het echt weer nodig is om actie te voeren, moeten we het wiel opnieuw uitvinden.
”Er is altijd een tegenstander of een vijand.”
Of moet dat eigenlijk wel? Want wanneer heeft een actie impact? Dat is nog steeds hetzelfde als in de afgelopen 150 jaar. Als je heel erg opvalt en wanneer je je tegenstander pijn kunt doen. Dat laatste vergeten we nogal vaak: er is altijd een tegenstander of een vijand. Hogere lonen, meer zekerheid, betaalbare woningen en zelfs het aanpassen van de racistische karikaturen bij Zwarte Piet, leidt immers tot weerstand. Er is namelijk altijd een partij die iets te verliezen heeft. Zijn het niet de werkgevers of de aandeelhouders, dan wel de overheid of de Telegraaf.
Natuurlijk zijn de tijden veranderd. En hebben we veel meer mogelijkheden om met mensen te communiceren en te organiseren. Maar zoals menig D66’er heilig gelooft dat je de wereld verandert met een motie, zo geloof ik dat je de wereld nog steeds verandert. Harde acties, zichtbare acties. Waar je je tegenstander pijn doet, waar je niet bang bent om anderen tot last te zijn en waarbij er altijd dreiging is dat wanneer er niet ingegaan wordt op de eisen, we nog verder gaan.
”Hoop is belangrijk, maar hoop alleen zet niemand in beweging.”
Waarom lukte het de PvdA en de traditionele vakbonden het de afgelopen 30 jaar zo slecht om veel mensen te mobiliseren? Ik denk dat we te naïef zijn geweest. We hebben te veel uitgedragen dat ‘wat wij willen, goed voor iedereen’ is. Te weinig gewezen naar de tegenstander en de belangentegenstelling. En we hebben te lang gedacht mensen te kunnen mobiliseren met een hoopvolle boodschap. Hoop is belangrijk, maar hoop alleen zet niemand in beweging. Om de katholieke heilige Augustinus te quoten: ‘Hoop heeft twee prachtige dochters: woede en moed. Woede over hoe de dingen zijn en moed om te geloven dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn.’
Tuurlijk is de PvdA, zeker de laatste tijd, vaak boos in de Kamer en slaan we soms harde taal uit. En de vakbonden hebben ook vaak genoeg boos gewezen naar het grootkapitaal. Maar dezelfde urgentie en woede, hebben we veel te weinig naar mensen uitgedragen. We hebben veel geluisterd naar mensen, maar hoe vaak hebben we mensen gewezen op hun onrechtvaardige situatie, hebben we mensen kwaad gemaakt over die situatie? En boden we hoop door actie?
Het pamflet dat Thijs schreef en waaruit PO In Actie ontstond, ademde urgentie en woede uit. Daarom lukte het hem wel om onderwijzers in actie te laten komen, het werk neer te leggen en het Malieveld vol te krijgen. Eigenlijk best traditioneel, he? Iets wat de vakbonden al jaren niet lukte. Ik ben er van overtuigd dat de meeste docenten op het Malieveld nooit hadden gedacht ooit een activist te worden.
”Het liken van berichten van de Correspondent op Facebook, was nog het activistische wat ik deed.”
Ook ik was nooit een actievoerder. Tijdens mijn studententijd was ik een Correspondent-lezende hipster. Het liken van berichten van de Correspondent op Facebook, was nog het activistische wat ik deed. Delen vond ik nog een stap te ver. Aan het einde van mijn studententijd, besloot ik lid te worden van de PvdA en de Jonge Socialisten. Ook dat wakkerde het activisme ook nog niet aan. Met goede argumenten win je verkiezingen en verander je de wereld, dacht ik. Ik voelde me ook niet direct aangetrokken tot de campagne, ‘omdat ik meer iemand van de inhoud was’. Iedereen die wel eens een belrondje met leden maakt, moet dat bekend voorkomen. Dat ik hier nu een column uitspreek over modern activisme, stond dus niet per se in de sterren geschreven.
Enkele jaren later heb ik vanwege acties tegen een huisjesmelker en de oplichters van de budgetpolis Zekur, al twee keer voor een rechtbank moeten verschijnen. Met wat vrienden heb ik Malieveld vol gekregen, omdat wij de MuslimBan van Trump niet pikten. En inmiddels word ik zelfs betaald om acties te organiseren en te voeren op Schiphol. Al was het klein, met deze acties veranderden we wel dingen. Verandering ontstaat niet uit een motie, maar door actie. En een bik op de geschiedenis, laat dat ook zien. De achturige werkdag, het weekend, vakantie; dat is niet ontstaan uit liefdadigheid van werkgevers, maar door harde en keiharde acties. Van mensen die niet bang waren om buiten de lijntjes te kleuren. Die hun kop boven het maaiveld durfden uit te steken. En die hun collega’s of medemensen konden organiseren en mobiliseren. Mensen zoals Thijs.
Als zelfs ik een activist kon worden, dan kan iedereen het. Het moet alleen aangewakkerd worden. Dat kan niet alleen met een boodschap van ‘hoop’. Wij moeten weer durven om mensen echt boos te maken en ze tegelijk de moed te geven die nodig is om op te staan tegen onrecht. Alleen dan kunnen we weer mensen op de been brengen en het neoliberale, laissez-faire beleid van de afgelopen jaren echt veranderen. Dan krijgen we weer een menswaardige samenleving. Waar we de publieke sector waarderen en kijken naar iemands maatschappelijke waarde, in plaats van iemands economische rendement. Van een kromme liniaal, kun je geen rechte lijnen verwachten. Dus van de werkgevers, aandeelhouders en deze regering mogen we niets verwachten.
Wees realistisch, eis het onmogelijke! Het wordt tijd dat de linkse beweging de verworpenen der aarde, weer ontwaakt!