Hester Assen over ongelijk investeren voor gelijke en eerlijke kansen
Vandaag bespreekt de commissie Onderwijs, Welzijn en Economie het initiatiefvoorstel ‘Ongelijk investeren voor gelijke kansen’ van raadslid Hester Assen. Zij wil met dit voorstel bereiken dat het principe van gelijke kansen uitgangspunt wordt bij al het gemeentelijk beleid. Op die manier kan er meer geïnvesteerd worden in groepen en bewoners die dat het meest nodig hebben. Wij interviewen Hester, zodat we meer te weten komen over wat haar beweegt en inspireert.
Vanaf je eerste dag als raadslid zet je je onvermoeibaar in voor gelijke kansen. Vertel eens waarom dit voor jou zo’n belangrijk onderwerp is en wat je drijft.
Hester: “De kansen die je in je leven krijgt hangen grotendeels af van geluk. Waar je wieg staat, het inkomen of de opleiding van je ouders, de hersenen en talenten waarmee je geboren wordt bepalen voor een groot deel je start in het leven en daarmee ook vaak je toekomst. Tegelijk doen we in Nederland vaak alsof je alles kan worden als je maar hard genoeg werkt. Alsof geluk een keuze is. Dat is natuurlijk onzin. 1 op de 8 Utrechtse kinderen groeit op in armoede. Dat betekent niet alleen dat er geen geld is voor allerlei sociale activiteiten, kleren of een verjaardagsfeestje, of bijvoorbeeld bijles om een kind verder te helpen, maar ook dat er vaak zorgen en stress in huis zijn, die invloed hebben op gezondheid en die het moeilijker maken verstandige keuzes te maken. Dit is het tegenovergestelde van een onbezorgde jeugd waarin kinderen kunnen meedoen met hun vriendjes, talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen, plezier hebben en gezond opgroeien”.
Je hebt een initiatiefvoorstel geschreven waarin je pleit voor een gelijke kansen toets. Je wilt dat de gemeente ongelijk investeert om zo mensen die een achterstandspositie hebben meer mogelijkheden te bieden om zich te ontwikkelen zoals zij dat zelf willen. Kun je aangeven waarom je dit voorstel hebt geschreven?
Hester: “Ik houd van Utrecht. Ik ben hier opgegroeid en Utrecht hoort bij wie ik ben. Ik voel trots als ik door onze binnenstad loop met al die historie. Maar tegelijk schaam ik me eigenlijk ook dat kansen in Utrecht zo ontzettend ongelijk verdeeld zijn. Dat er zo lang mooie woorden worden gesproken over gelijke kansen maar je postcode nog steeds zo bepalend is voor de kansen die je krijgt. Veel partijen zien die ongelijkheid als een gegeven en laten het bestaan. Of keuren dit alleen af met woorden maar niet met daden. Ongelijkheid is niet alleen erg voor individuele Utrechters, voor kinderen, die hierdoor nooit het beste uit zichzelf kunnen halen en geen gelijke kans hebben op goed onderwijs, goede zorg, een fijne baan en betaalbaar huis. Het is ook een groot verlies voor onze samenleving want hierdoor wordt zoveel talent niet ontdekt of ontwikkeld waar we ook als stad en samenleving van kunnen profiteren. Dat laatste is natuurlijk niet het hoofddoel maar wel enorm zonde. We moeten NU alles doen wat we kunnen om die ongelijkheid tegen te gaan. Die kloof is echt heel schadelijk. Daar kunnen we nu mee beginnen door ongelijk te investeren”.
Je legt vaak de nadruk op onderwijs en je probeert via allerlei wegen het Utrechtse onderwijs te verbeteren. Kun je aangeven hoe voor jou het ideale onderwijs eruit ziet?
Hester: “Het ideale onderwijs biedt ieder kind goed onderwijs zodat die ongelijke positie van waaruit kinderen starten zo min mogelijk invloed heeft op de kansen die zij later in hun leven krijgen. Daarnaast moet onderwijs ervoor zorgen dat kinderen niet alleen met kinderen naar school gaan die op hem of haar lijken, maar in aanraking komen met kinderen die op allerlei manieren anders zijn. Leren omgaan met verschillen is goed voor ieder kind, voor de persoonlijke ontwikkeling en voor onze samenleving doordat het de sociale samenhang versterkt en verrijkt”.
Ze vervolgt: “Kansenongelijkheid begint al heel vroeg, al ver voor de basisschool bij het consultatiebureau en zoals veel mensen zeggen: eigenlijk al in de baarmoeder. En er is bewezen dat het bevorderen van ontwikkeling en voorkomen van achterstanden het meest effectief is als je dit zo vroeg mogelijk doet. Dat betekent natuurlijk niet dat baby’s naar school moeten maar wel dat ieder kind eigenlijk met alles in aanraking moet komen dat ontwikkeling stimuleert, zoals taal, lezen en voorlezen, en speels leren. Daarom is het ook zo belangrijk dat er goede voorschool is waar kinderen een eerlijke start krijgen en al vroeg spelenderwijs kunnen leren”.
Hoe heb je je eigen schooltijd ervaren? Wat had je zelf graag anders gezien? En was je daar toen ook al mee bezig?
Hester: “Ik heb een heel fijne schooltijd gehad, met natuurlijk wel alle onzekerheden die je kunt hebben als kind. Want ik voelde me vaak anders, op de basisschool in Zuilen en later op het gymnasium in de stad waar ik te horen kreeg dat ik zo raar (plat Utrechts) praatte. Later ontdekte ik, en dat werd bevestigd toen ik in het onderwijs werkte, dat vrijwel elk kind zich anders kan voelen, om heel uiteenlopende redenen. Dat voorkom je dus nooit, maar je anders voelen omdat jij in armoede opgroeit en daardoor allerlei dingen niet kunt die je klasgenootjes wel kunnen, dat moeten we nooit accepteren.
Ik heb ook ervaren hoe immens groot de kloof was tussen mijn basisschool en middelbare school. Op de basisschool zat ik met vriendjes en vriendinnetjes van diverse achtergronden en afkomsten en waren die verschillen de standaard, op de middelbare school leek iedereen op elkaar”.
Je hebt een dochtertje, Jade. Wat wens je haar toe als ze straks naar school gaat?
Hester: “Ik wens haar toe dat ze een fijne, vaste meester of juf heeft die de tijd heeft om aandacht te besteden aan haar en alle andere kinderen in haar klas. Die daar goed voor beloond wordt omdat deze meester of juf ongelooflijk belangrijk werk doet, op een school waar men fijn samenwerkt en werkdruk niet te hoog is en ruimte is voor eigen groei en ontwikkeling én in een goed schoolgebouw. Ik wens Jade ook toe dat ze net als nu op het kinderdagverblijf speelt met en leert van kinderen met diverse achtergronden en culturen, zodat ze ontdekt hoe mooi een samenleving is die divers is”.
Raadswerk is enorm intensief en kost veel tijd en energie. Soms levert je inzet een mooi resultaat op, soms bereik je niet wat je wilde en soms zijn het maar heel kleine succesjes. Hoe houd jij het vol en waar haal je je energie en motivatie uit? En hoe kijkt je omgeving aan tegen je raadswerk?
Hester: “Ik houd het vol omdat het simpelweg fantastisch en eervol is me in te zetten voor mijn stad en mijn stadsgenoten en voor hen dingen te verbeteren. Van klein tot groot. En klein is soms ook groot. Mijn buren en ik vonden het raar dat het Julianapark zo vroeg dicht ging terwijl het steeds langer licht was, dat kaartten we aan als PvdA en toen zijn de openingstijden verruimd. En groot: we hebben ervoor gezorgd dat er een nieuw aanmeldbeleid is gekomen voor de basisschool dat eerlijk en transparant is en ieder kind een gelijke kans biedt op de basisschool. De afgelopen maanden heb ik zoveel berichtjes gehad van ouders die daar zo blij mee zijn; dat maakt het alle inzet waard. Soms zijn de successen kleiner maar alsnog voor inwoners echt van belang, dus ook daar put ik energie uit.
Ik moet ook eerlijk zijn, met een jong kind kan ik het raadswerk alleen maar doen omdat mijn vriend Daan thuis veel opvangt. Hij doet dat graag want vindt het ook belangrijk wat ik doe, maar het vraagt absoluut ook (privé) offers. Vrije avonden zijn zeldzaam namelijk”.
Wat zijn je ambities voor je volgende periode als raadslid. Wat zou je echt voor elkaar willen krijgen?
Hester: “Ik ga door met mijn strijd voor gelijke kansen. Niet alleen binnen het onderwijs maar zeker ook op goede gezondheid. De levensverwachting in goede gezondheid voor Utrechters verschilt namelijk ook erg van wijk tot wijk. De strijd voor goede gezondheid voor iedere Utrechter is zeker net zo belangrijk als die voor goed onderwijs. Utrecht moet weer een stad zijn waar het voor iedereen fijn is om te wonen en te leven. Zonder dat achtergrond, de buurt waar je woont of je inkomen al je kansen bepalen. In elke Utrechtse buurt moet je fijn kunnen wonen, goede voorzieningen hebben, veilig over straat kunnen en groen in de buurt hebben”.
Lees hier het initiatiefvoorstel:
Raadsvoorstel Initiatiefvoorstel Ongelijk investeren voor Gelijke kansen_