Het leven van onze raadsleden in tijden van Corona: Lau Bosse werkt thuis
De corona-crisis komt voor Lau Bosse op een bijzonder moment, omdat hij vrij serieus aan het daten is. Lau: “Wij wonen natuurlijk beiden op een andere plek in de stad (Binnenstad en Ondiep) en hebben besloten om van mijn huis dezer dagen ons ‘woonhuis’ te maken en van haar huis het ‘werkhuis’. Het klinkt een beetje geknutseld, maar we slapen dus bij mij en werken bij haar. Zo fietsen we elke dag ‘naar ons werk’ en daarna weer ‘naar huis’. Ik heb zelf erg veel behoefte aan structuur dus vandaar deze oplossing”.
Buitenlucht
Lau komt gelukkig nog wel buiten, hoewel hij de regels natuurlijk volgt. “Wij fietsen dus, tweemaal daags van en naar huis. Daarnaast heeft zij een achtertuin en ik een klein balkonnetje waar we ook gebruik van maken. En ik loop hard één of twee keer per week. Dat is wel file-lopen trouwens, waarbij de 1,5 meter ook wel eens in gevaar komt. Ik ben dus aan het kijken of ik meer thuis kan sporten”
Hoe ziet de dag eruit?
Lau: “Mijn ‘serieuze date’ is docente aan de universiteit Utrecht. Het fysieke onderwijs ligt nu stil en er wordt gekeken naar nieuwe onderwijsvormen. Ik zelf ben ambtenaartje in Den Haag en na een beetje inkomen zie je dat daar nu iedereen toch wel vol aan het werk wil. Ik hang dus hele dagen aan de telefoon, terwijl zij nu vaker in de zon te vinden is. We zitten dus niet continu in dezelfde ruimte en de luxe van twee huizen zorgt er ook voor dat we, als we elkaar zat zijn, heel ergens anders kunnen gaan chillen/werken. Dat heeft wel zo zijn voordelen. Maar goed, die tip geldt natuurlijk niet voor iedereen. Mijn advies zou wel zijn: zorg ook dat je elkaar grote delen van de dag niet ziet”.
Het raadswerk
Dit is voor ons allemaal natuurlijk ook een nieuwe werkelijkheid. Lau: “Mijn portefeuilles (sport en duurzaamheid), raken niet direct aan de corona-crisis. Met name duurzaamheid staat daar verre van. Dat maakt het wel lastig, want het is nu moeilijk om dingen aan te kaarten (iedereen is toch alleen maar corona-minded), maar je wil wel de goede dingen blijven doen. Ook is de belasting van de ambtenaren voor mij een ding. Je wil juist dat ze zich nu inzetten voor het bestrijden van de crisis, bijvoorbeeld door het virus in te dammen, kinderopvang te regelen voor sociale beroepen of kleine ondernemers te helpen. Of en hoeveel windmolens we dan in Rijnenburg gaan plaatsen, ja dat is nu misschien minder relevant. Maar we zaten wel midden in een debat hierover. Daar mee omgaan is niet altijd eenvoudig”.
Reguliere baan
Raads- en commissieleden hebben naast hun raadswerk ook een reguliere baan. Lau werkt op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie aan het Groningendossier. Dat wil zoveel zeggen als dat hij bekijkt hoe we de Groningers, ook na het dichtdraaien gaskraan, weer perspectief op de toekomst kunnen bieden. Denk daarbij aan economische ontwikkeling, sociale cohesie en zicht op een duurzame toekomst. Lau: “Dit doe ik natuurlijk veel in overleg mét de Groningers: bewoners, bedrijven en overheden. Ik was dus voor mijn werk redelijk veel in Groningen en belde vanuit Den Haag al heel wat af met Groningen. Telefonisch en digitaal vergaderen zijn mij dus niet vreemd en ook in deze tijd gaat dat aardig. Alleen de fysieke sociale contacten (het gesprek bij de koffie-automaat) mis ik wel”.
Zorgen
Lau: “Mijn ouders zijn beiden zestig, dus ik vind dat wel redelijk zorgwekkend. Lastig of ik dan nu juist naar hun toe moet om steun te bieden, of juist afstand moet bewaken. Daarnaast ook de oudere leden van de PvdA waar Rick het al over had, maar ik probeer ook mijn andere vrienden zoveel mogelijk te contacten. Ik heb een aantal vrienden die normaal midden in het leven staan en nu alleen thuis zitten. Dat is voor hen ook lastig”.
Mooie initiatieven
Lau ziet veel mooie dingen gebeuren in de stad: “Ja er zijn heel veel initiatieven en ik geloof dan ook dat corona een hele verbindende factor kan zijn. Als je ziet wat er allemaal gebeurt in onze stad ben ik daar best wel trots op en ik probeer ook zelf mijn steentje bij te dragen. Zo heb ik contact met meerdere horeca-eigenaren om te kijken hoe zij de klappen op vangen en bel ik naar oudere leden van de partij om hen een hart onder de riem te steken. Ook heb ik me aangemeld als vrijwilliger bij het UMCU. In de raad maak ik me er hard voor om de sportverenigingen te ontlasten in deze dagen. Zij moeten vaak alsnog de huur voor hun accommodatie betalen terwijl ze die niet meer kunnen gebruiken”.