In Memoriam: Queenie Reesinck
20 november jl. is zeer gewaardeerd partijgenote Queenie Reesinck overleden. Queenie heeft zich in tal van functies met hart en ziel ingezet voor de sociaaldemocratie. Hieronder memoreert vriend en partijgenoot Jan van Bergen uitgebreid aan al haar verdiensten. Ook de laatste jaren zagen wij Queenie, doorgaans samen met haar Peter, met grote regelmaat bij rode cafés, algemene ledenvergaderingen en campagneactiviteiten van de afdeling. Altijd toonde zij grote betrokkenheid bij de afdeling en support aan de jongere generatie die inmiddels goed vertegenwoordigd was.
We gaan Queenie erg missen en wensen Peter, kinderen en kleinkinderen en verdere familie en vrienden veel sterkte toe met dit grote verlies.
Namens bestuur en fractie van de PvdA Utrecht,
Matthijs Kleij
Voorzitter PvdA Utrecht
Vriend van Queenie en Peter en partijgenoot Jan van Bergen haalde tijdens het afscheid mooie herinneringen op aan Queenie. Die willen wij u niet onthouden:
”Eerst wil ik de aanzienlijke politieke verdiensten van Queenie memoreren. Ik denk dat velen van U deze zullen herkennen. Queenie kwam uit het onderwijs, maar de politiek daagde haar toch méér uit. Dat was al begonnen in Amsterdam, waar ze tijdens haar studie fel actief werd in de Vietnambeweging. Ze vertelde dat ze zelfs ‘n keer is gearresteerd bij de zoveelste demonstratie!
Aanvankelijk werd ze lid van de PSP, maar dat was van korte duur. Want ze was realist genoeg om te beseffen dat je via de bredere politiek zaken moest zien te bereiken, soms ook met compromissen. Het werd dus de Partij van de Arbeid in de tijd dat het kabinet Den Uyl in beeld kwam. En ze fabriceerde haar eigen raambiljet met de wervende tekst: “Help Den Uyl in het zadel, maar strooi hem rooie PSPepers in z’n gat!”
En ja, de Partij van de Arbeid ,die is ze haar hele leven verder trouw gebleven.
Heel bewust zocht ze in de politiek haar verdere ontplooiing en we hebben haar, denk ik , allemaal ervaren als een zeer betrokken vrouw. Altijd scherp, en duidelijk over wat ze wilde: niet persé uit op het maken van vrienden.
Het begon allemaal hier in de Maarssense politiek. Queenie was actief in de PPM (de Progressieve Partij Maarssen), eerst als voorzitter en later 8 jaar lang als lid van de gemeenteraad. Haar ambities reikten verder. Al in 1989 werd ze voorzitter van het gewest, zeg maar de provinciale PvdA, en later lid van het landelijke partijbestuur. En in haar eerste toespraak als gewest-voorzitter, gaf ze haar duidelijke politiek visitekaartje af. Ik citeer haar: “we moeten met z’n allen de maatschappelijke krachten mobiliseren; we moeten duidelijk maken waar we voor staan; maar ook moeten we luisteren. De maatschappij heeft ons heel wat te vertellen. Er is positieve actie nodig ten aanzien van vrouwen en etnische groepen. Sociale cohesie, dát moet vooropstaan”.
Maar, als het er op aankwam, was ze, zoals gezegd ook realist. Uit 1991 herinneren we ons felle maatschappelijke discussies over het beleid van het kabinet Kok. Op de vraag in een interview: steunt u dat beleid? Was haar antwoord helder: “Ja, ik wel. En daarmee ook de WAO voorstellen. Er zit een grote hoeveelheid pijn in, met grote nadelen voor betrokkenen. De maatregelen die Kok neemt zijn niet goed, maar ze zijn onvermijdelijk. En door in de regering te blijven, zitten we zelf aan de knoppen van de uitvoering”.
Behalve het gewone handwerk bracht de politiek haar ook mooie ontmoetingen. Te denken valt aan haar contacten met onze zusterpartij in Tsjecho – Slowakije . De Utrechtse delegatie o.l.v. Queenie in ‘91, leidde tot een uitwisseling van kennis en informatie, en de meegenomen materiële ondersteuning (een PC was in die tijd al heel wat!) werd in grote dank aangenomen.
Maar zonder twijfel het mooiste dat de politiek haar bracht was de opborrelende ontmoeting Peter, met jou! Samen werden jullie een hechte tandem! Van nabij maakt ik dit mee, want jij en ik waren inmiddels al langer collega’s in de Statenfractie. Vol humor, ook dat kenmerkte jullie, werden we deelgenoot van de nieuwe stappen op jullie gezamenlijke pad.
Ondertussen bleef haar politieke hart kloppen en kwam in 2002 het wethouderschap van De Bilt op haar pad . Daar was ze tróts op, en terecht! Zij was een van de eerste wethouders die van buiten de gemeente werd benoemd… Ze viel ongetwijfeld op, want enkele jaren later werd ze wethouder in Bunnik: gewoon een serieuze bestuurder die stond voor haar gemeente..
En ik veroorloof me even een persoonlijke anekdote, die u me maar niet kwalijk moet nemen: als gedeputeerde kwam ik Queenie in die jaren ook bestuurlijk tegen. En dan moest je wel heel goed bij de les blijven. Want ja, die onderwijzende trekjes had ze echt niet afgeschud. Ik herinner me diverse bozige telefoontjes waarin ik, – met o.a. toezicht op de gemeentefinanciën in m’n portefeuille – door deze wethouder langzaam maar gedecideerd en met donkerbruine stem werd toegesproken. De strekking was niet mis te verstaan: of ik het toch maar uit m’n hoofd wilde laten deze gemeente daadwerkelijk onder curatele te plaatsen…..Ik laat de uitslag hier in het midden, maar onze vriendschap heeft er niet echt onder geleden! Integendeel. Queenie: ik ben je daar nog steeds dankbaar voor.
Helaas, lieve mensen, is aan dit rijke leven van een mooi mens, een droef einde gekomen. Té vroeg! De mooie herinneringen aan jou, Queenie krijgen een warme plek in ons hart.
Jan van Bergen