PvdA wil duidelijkheid over brief U-10 Uithoflijn
Op 9 februari jl. ontving de gemeenteraad een brief van de U 10-gemeenten (het samenwerkingsverband in de Utrechtse regio) aan het college van Gedeputeerde Staten over het Mobiliteitsprogramma Provincie Utrecht en het Statenvoorstel over extra budget voor project Uithoflijn. Deze brief heeft voor veel ophef gezorgd, onder meer in Provinciale Staten en ook bij diverse wethouders namens wie de brief is gestuurd. Zo berichtte RTV Utrecht op 14 februari 2018 dat wethouder Ten Hagen uit Woerden de brief als ‘niet verzonden’ beschouwt: “De brief is niet behandeld, dus is niet verstuurd”. Wethouder van Nieuwenhuizen uit IJsselstein heeft uit onvrede over het proces een e-mail gestuurd aan haar collega’s. Een bestuurder die anoniem wil blijven spreekt volgens RTV Utrecht van ‘politieke spelletjes’. En oud-gedeputeerde Verbeek mengt zich via Twitter ook in de discussie.
De PvdA is zeer bezorgd en teleurgesteld over deze ruzie. Het is slecht voor het vertrouwen in de lokale en regionale politiek en de reizigers en belastingbetalers in stad en provincie schieten er al helemaal niets mee op. We hebben er in het spoeddebat over de Uithoftram op 8 februari 2018 voor gepleit dat stad en provincie eindelijk gezamenlijk de schouders gaan zetten onder het afronden van dit project en het vermijden van verdere risico’s.
Samen met de VVD en Stadsbelang Utrecht hebben we de volgende vragen aan het college gesteld:
1. Kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de totstandkoming van deze brief? Door wie is de brief opgesteld; hoe is de afstemming met de U 10-wethouders verlopen, welke versie is aan wie voorgelegd, etc.?
2. Klopt het dat de gemeente Utrecht de regie heeft gevoerd op de brief, blijkens het postadres van de gemeente Utrecht bovenaan de brief? Wat was de taakverdeling tussen de twee ondertekenaars van de brief? Hoe was de ambtelijke ondersteuning hiervan geregeld?
RTV Utrecht beschikt inmiddels over een conceptbrief gedateerd op 9 februari 2018. Deze brief verschilt wezenlijk van de uiteindelijk verstuurde brief. Allereerst wordt in dit concept de Uithoflijn in het geheel niet genoemd. Ten tweede is de toon in de definitieve brief veel scherper dan in de conceptbrief. Ten derde ontbreekt in het concept een bijlage die wel in de definitieve brief is opgenomen, namelijk een e-mail van wethouder Van Dalen (Houten) aan toenmalig gedeputeerde Verbeek, waarin zij wordt bekritiseerd vanwege het niet willen vrijgeven van zogeheten RUVV-subsidies voor regionale mobiliteitsprojecten.
3. Klopt het dat het concept wel is afgestemd met de U 10-wethouders, en de definitieve versie niet?
4. Zo ja, waarom heeft deze afstemming niet plaatsgevonden?
5. Deelt u de mening dat afstemming van de definitieve versie wel had moeten plaatsvinden, gezien de forse verschillen tussen het concept en de definitieve versie? Zo nee, waarom niet? Hoe beoordeelt u deze omissie?
6. Waarom hebt u er niet voor gekozen om ofwel de gehele reactie op een later moment naar de provincie te sturen ofwel het punt over de Uithoflijn apart bij de provincie aan de orde stellen?
7. Was er sprake van een door de provincie gestelde harde deadline op 9 februari, waar niet van kon worden afgeweken? Zo ja, waaruit blijkt dat?
8. Waarom is in de definitieve versie gekozen voor een veel scherpere toon dan in het concept? Op wiens initiatief is dat gebeurd?
9. Wat vindt u van het verwijt dat bij de totstandkoming van deze brief “politieke spelletjes” zijn gespeeld? Voelt u zich hierdoor aangesproken?
10. Deelt u de opvatting van de PvdA, VVD en Stadsbelang Utrecht dat de toon van deze brief niet bijdraagt aan het normaliseren van de verhoudingen tussen stad(s)regio en provincie, terwijl dat, onder andere in het dossier Uithoflijn dringend noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet?
11. Wat gaat u eraan doen om deze ruzie uit de wereld te helpen en de verhouding tussen de stad(sregio) en de provincie op korte termijn te verbeteren, teneinde (onder andere) het project Uithoftram gezamenlijk vlot te trekken?
12. Bent u bereid deze vragen op de zo kortst mogelijke termijn te beantwoorden?