Afgelopen weken was er mooi nieuws. In de gemeenteraad van Utrecht is de “oplegger” bij de Ruimtelijke Strategie Utrecht (RSU) aangenomen. De RSU zijn de plannen voor alle ruimtelijke ontwikkeling in Utrecht t/m 2040, dit gaat o.a. over wel uitgangspunten we hanteren, wat prioriteit krijg en waar we gaan bouwen. De oplegger zijn de nieuwe afspraken uit het coalitieakkoord waar de PvdA nu deel van uitmaakt.
Bouwen in Rijnenburg
Een belangrijke afspraak is dat er eindelijk is besloten om te gaan bouwen in Rijnenburg. Al ruim acht jaar wordt erover gesproken en liet het besluit op zich wachten. Eerdere coalities, met D66, GL, VVD en SP en GL, D66 en CU, kwamen er niet uit. Dat is nu gelukt! Rijnenburg is toegevoegd als bouwlocatie in onze stad. Hier komt de betaalbare en duurzame wijk van de toekomst met maar liefst ca. 25.000 woningen. Het scenario ‘Klein Rijnenburg’ is daarvoor gekozen: opwekken van duurzame energie, groen, recreatie en sport in het noorden van de polder en bebouwing in de rest van het gebied. Dit is een grote ontwikkeling wat veel tijd kost. Er is afgesproken niet voor 2035 met de bouw te starten maar de voorbereiding natuurlijk wel te starten. Zo zorg je ervoor dat het o.a. goed OV komt en we ook het stadsdeel ontwikkelen dat past bij Utrecht. Een mooi en belangrijk besluit voor betaalbaar en leefbaar wonen op de lange termijn.
Groeien balans
Een ander belangrijk besluit is dat we voortaan “groeien in balans”. Afgelopen jaren zagen we dat de focus eenzijdig lag op het zo snel mogelijk groeien van de stad. Bijna alsof het een doel op zich is. Het gevolg was dat de woningen steeds kleiner werden, de voorzieningen achterbleven en bestaande bewoners met verbazing aanzagen dat er enorme torens in hun wijk verschenen. De afspraak is nu dit anders te doen. We blijven natuurlijk groeien, want die woningen zijn hard nodig, maar wel betaalbaar, leefbaar en met oog voor de wijken eromheen. Kwaliteit en leefbaarheid zijn daarmee het leidende principe geworden bij de groei van de stad. Concreet betekent dit o.a. dat er €130 miljoen is vrijgemaakt om te investeren in voorzieningen in de bestaande en nieuwe stad (denk aan scholen, sportgelegenheden, cultuur en meer) en dat bij nieuwbouwproject de woonruimte voortaan gemiddeld minimaal 65m2 moet zijn. Dit laatst geldt vanzelfsprekend ook voor sociale huurwoningen, zo voorkomen we dat er alleen maar kippenhokken worden gebouwd. Natuurlijk wordt ook hier het principe gehanteerd van ongelijk investeren voor gelijke kansen. Zo zorgen we ervoor dat de groei met name ten goede komt van de bewoners die dit het meest nodig hebben.