Utrecht moet een stad zijn waar kinderen veilig, gelukkig en gezond opgroeien. Waar ze ervaren dat ze ertoe doen, dat ze erbij horen en weten dat de samenleving op hen zit te wachten. Goed samenleven begint met elkaar ontmoeten en met leren van en over elkaar. Goed onderwijs dat kinderen in stelt staat hun talenten te ontwikkelen en te ontdekken wie ze zijn of willen zijn, is daarbij cruciaal. We willen dat alle kinderen een kansrijke start krijgen.
Helaas hebben Utrechtse kinderen niet overal in de stad gelijke kansen op een eerlijke toekomst. Hun achtergrond, de wijk waarin ze wonen en het inkomen van hun ouders maken veel uit voor de kansen die ze krijgen. Daarbij kampt Utrecht met een lerarentekort dat ongelijk verdeeld is over de stad. Dit tekort is het grootst en schadelijkst in wijken en scholen waar goede docenten het hardst nodig zijn. De coronacrisis heeft de ongelijkheid in het onderwijs nog verder vergroot. De komende jaren moeten we fors investeren om dit tij te keren. De PvdA wil dat de gemeente hierbij een veel actievere rol gaat vervullen. Samen met het onderwijs, leerlingen, hun ouders en alle andere betrokken partners slaan we de handen ineen voor eerlijke kansen voor iedereen.
Eerlijke kansen voor elk kind
De kansenongelijkheid in het onderwijs neemt dus toe. Onderwijs is niet meer de grote gelijkmaker die het wel kan zijn: dé plek waar je van een dubbeltje een kwartje kunt worden. Kom je uit een arm gezin of heb je minder mondige ouders, dan heb je minder kansen. Je achtergrond of wie je ouders zijn, bepalen nog te vaak wie of wat je later wordt. Dat moet veranderen. We willen dat alle Utrechtse kinderen een gelijke kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen en te benutten.
Dit gaan we doen:
- Ongelijkheid met ongelijkheid bestrijden. Door bijvoorbeeld extra te investeren in scholen. In leraren die werken met leerlingen waarbij de kans op achterstand het grootst is. En in extra leertijd en begeleiding voor kinderen die dat het hardste nodig hebben.
- Betrokken ouders zijn onmisbaar. We gaan scholen ondersteunen om alle ouders bij de school en de ontwikkeling van hun kind te betrekken. We sluiten daarbij aan bij initiatieven in de wijk, bijvoorbeeld van Al Amal, een organisatie die de participatie van bewoners met een migratieachtergrond wil bevorderen.
- De leefwereld van kinderen vergroten. We willen dat alle kinderen en jongeren in onze stad profiteren van alles wat Utrecht te bieden heeft op het gebied van bijvoorbeeld sport, kunst, cultuur en wetenschap.
- We willen een ‘8 tot 8’-aanbod in iedere wijk. Voor kinderen en jongeren moet er minimaal van 8 uur ‘s-ochtends tot 8 uur ‘s-avonds een pedagogisch verantwoord aanbod zijn in de wijk, waarbij alle kinderen en jongeren worden uitgedaagd en zichzelf kunnen ontwikkelen.
- Kinderen laten beschikken over de benodigde digitale apparaten én een rustige werkomgeving zodat ze ook buiten schooltijd huiswerk kunnen maken. We willen dat kinderen op alle scholen gratis huiswerkhulp kunnen krijgen. Scholen ontvangen hiervoor extra middelen.
- Ook kinderen uit gezinnen met lage inkomens moeten volop kunnen meedoen met hun klasgenoten. De vrijwillige ouderbijdrage moet daarom ook echt vrijwillig zijn. In Utrecht gaan we er streng op toezien dat dit wordt nageleefd.
- Jongeren groeien op in verschillende culturen: thuis, op straat en op school. We willen dat de universiteit, hogescholen en MBO scholen samen met schoolbesturen en aanbieders van kinderopvang intensiever werken aan een professionaliseringsaanbod (zoals de Vreedzame school en-wijk en de Transformatieve school) voor onderwijs en opvoeding in een diverse samenleving.
Kinderen staan centraal
Sommige kinderen hebben extra zorg en ondersteuning nodig om mee te kunnen doen in het onderwijs. Ze hebben bijvoorbeeld een onveilige thuissituatie, zijn nieuwkomer in ons land, groeien op in armoede of kampen met gedrags- of ontwikkelingsproblemen. Te vaak lopen deze kinderen en hun ouders tegen muren aan. Problemen op school hebben vaak hun oorsprong in de situatie in het gezin en de wijk. Het beleid voor kinderen is nog steeds te versnipperd en er zijn te veel schotten waar kinderen en ouders de dupe van zijn.
Dit gaan we doen:
- We garanderen zorg en ondersteuning rondom kinderen en jongeren op school en rondom kinderen en jongeren die (tijdelijk) thuiszitten. Kinderen die extra zorg nodig hebben gaan zoveel mogelijk naar gewone scholen. Schoolgebouwen moeten voor iedereen toegankelijk zijn en daartoe eventueel worden aangepast. Het leerlingenvervoer moet zo geregeld zijn dat kinderen op tijd en zonder stress voor kind, ouders en leerkracht op school aankomen. Chauffeurs moeten met een reële planning stressvrij hun werk kunnen doen, met aandacht voor het kind.
- Er komt weer één wethouder voor onderwijs en jeugd die onderwijs- en jeugdbeleid in samenhang uitvoert.
- We gaan werken met één Utrechtse Onderwijs- en Jeugdagenda. In deze agenda worden de doelen concreet beschreven zodat we kunnen volgen wat ervan terechtkomt. Van praten naar resultaten!
- Er komt een jaarlijks verslag over ‘De Staat van onderwijs en jeugd in Utrecht’. Hiermee volgen we wat goed gaat en wat beter moet. Zo kunnen we tijdig knelpunten opsporen en geld en ondersteuning voor professionals in kinderopvang, onderwijs, jeugdhulp en zorg gerichter inzetten.
Vroeg beginnen
De eerste levensjaren van kinderen zijn cruciaal voor de rest van hun leven. Voordat kinderen naar de basisschool gaan hebben ze al belangrijke stappen gezet in hun ontwikkeling. Als kinderen op jonge leeftijd een taal- of ontwikkelachterstand oplopen halen ze die vaak de rest van hun leven niet meer in. De PvdA wil dat meer peuters naar de voorschool gaan, omdat dit de sleutel is voor een kansrijke start. Utrecht was op de goede weg. In 2018 ging ruim 90% van de kinderen die daarvoor in aanmerking kwamen naar de voorschool, drie jaar later is dat nog maar 68%.
Dit gaan we doen:
- Zoveel mogelijk Utrechtse kinderen moeten al vanaf de geboorte een kansrijke (taal)start krijgen. Goede voorbeelden zijn taal-thuis-bezoeken en ouder-kind-groepen van Taal doet Meer. Dat aanbod maken we beschikbaar voor alle kinderen die het nodig hebben.
- De voorschool moet een basisvoorziening zijn en in elk geval gratis voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. We zetten alles op alles om weer meer kinderen naar de voorschool te krijgen. Aanmelden en deelnemen van kinderen moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.
- We willen dat kinderen al vanaf 2 jaar naar de voorschool kunnen gaan. Hoe eerder we erbij zijn met het bestrijden van achterstanden in (taal)ontwikkeling hoe beter. Dat vergroot de gelijke kansen van kinderen.
- De kwaliteit van de voorschool moet omhoog. Minder kinderen in één groep. Goed opgeleide pedagogisch medewerkers, die voldoende tijd krijgen voor voorbereiding en contact met ouders en scholen, en goede zorg en ondersteuning zijn daarbij cruciaal.
- We stimuleren Integrale Kindcentra (IKC) en een rijk naschools aanbod voor ieder kind. Samenwerking tussen onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, en buitenschoolse activiteiten, bevordert een goed afgestemde pedagogische aanpak en maakt brede talentontwikkeling mogelijk. Deelname moet voor alle ouders betaalbaar zijn.
Het begint bij taal
Mee kunnen doen begint bij taal. Beperkte taalvaardigheid leidt tot kansenongelijkheid. Steeds meer Utrechters, jong en oud, zijn laaggeletterd. Dat betekent dat ze moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of digitale vaardigheden.
Dit gaan we doen:
- Er komt een groot offensief tegen laaggeletterdheid, voor jongeren en volwassenen. De gemeente, scholen, maatschappelijke organisaties, universiteit, hogescholen en MBO scholen, verenigingen, werkgevers, bibliotheken en andere partijen slaan de handen ineen om laaggeletterdheid te bestrijden.
- Er komt een actieplan om de taalvaardigheid van Utrechters te verbeteren en de gemeente rapporteert jaarlijks over de resultaten, zodat we weten wat werkt en waar extra inzet nodig is.
- Via scholen krijgen ouders mogelijkheden om beter Nederlands te leren. Scholen krijgen daarvoor extra middelen.
De school als ontmoetingsplek
De PvdA vindt het belangrijk dat kinderen met verschillende achtergronden elkaar ontmoeten op school. Op school leren ze samen te leven. Helaas leven Utrechters steeds vaker in gescheiden werelden, in hun eigen ‘bubbel’. Dat zien we ook terug op het schoolplein: kansrijk bij kansrijk, kansarm bij kansarm. Kinderen van wie ouders niet hebben doorgeleerd zitten vaak bij elkaar in de klas, net als kinderen van hoger opgeleide ouders. Scholen zijn meestal meer gesegregeerd dan de buurten waarin ze staan. Mede dankzij de PvdA is er (eindelijk) een nieuw aanmeldsysteem voor basisscholen, maar dat is niet genoeg. De PvdA wil dat ontmoeting en verbinding meer centraal komen te staan in het Utrechtse onderwijs en dat de gemeente hier actiever op gaat sturen. Zowel kinderen als samenleving worden hier sterker van.
Dit gaan we doen:
- Actief beleid voeren om segregatie tegen te gaan. Utrecht doet mee met de landelijke ‘beleidsagenda tegen segregatie in het onderwijs’. Met schoolbesturen maken we bindende afspraken.
- We stimuleren ouderinitiatieven om scholen te mengen en belonen scholen die zich inzetten voor gemengde scholen. We zorgen voor goede voorlichting en ondersteuning.
- Kinderen moeten een eerlijke kans hebben om (in de buurt) naar een goede school te gaan. Het tegengaan van segregatie wordt een doel van het nieuwe centraal aanmeldsysteem voor basisscholen in Utrecht. Er komt ook een centrale procedure voor kinderen die van school wisselen of op latere leeftijd instromen, zoals kinderen van de Taalschool. Schoolnabijheid is daarbij het uitgangspunt.
- We willen dat leerlingen op vmbo, havo en vwo elkaar vaker onder één dak ontmoeten. We stimuleren daarom brede scholengemeenschappen.
- In het Nederlandse onderwijs stoppen we kinderen al vroeg in hokjes en dat is bepalend voor hun hele (school)carrière. Vroege selectie versterkt segregatie en onderpresteren. We stimuleren initiatieven waarbij het probleem van ‘vroegselectie’ wordt aangepakt zoals onderwijs voor 10-14 jarigen (tienercolleges) en een brede, verlengde brugperiode.
- Scholen willen we meer benutten als ontmoetingsplek voor de buurt en we stimuleren het gebruik van scholen voor buurtactiviteiten. Deze ontmoetingsfunctie krijgt ook een rol in het huisvestingsbeleid van scholen.
Leraren verdienen beter
Goede leraren en goede schoolleiders zijn het allerbelangrijkst om kansenongelijkheid te bestrijden. Zij maken het verschil voor kinderen. Het tekort aan leraren is de grootste bedreiging voor de kansen die we kinderen kunnen bieden. Wie alleen naar openstaande vacatures kijkt, ziet slechts het topje van de ijsberg. Veelvuldige wisselingen van docenten, niet altijd de goede persoon op de juiste plek, lesuitval en extra werkdruk voor teams die dit op moeten vangen, overbelasting van beginnende docenten: het zijn allemaal symptomen van een kwantitatief én kwalitatief lerarentekort. De aanpak van het tekort heeft voor de PvdA daarom hoge prioriteit.
De aanpak van het lerarentekort begint met het verbeteren van de werkomstandigheden van de leraren die nú voor de klas staan. Nodig zijn meer tijd en ruimte om hun werk goed te doen en zich te blijven ontwikkelen, minder volle klassen en het dichten van de loonkloof tussen primair en (speciaal) voortgezet onderwijs. Hiervoor is landelijk beleid nodig, maar ook gemeenten en schoolbesturen kunnen veel doen om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken.
Dit gaan we doen:
- Er komt een centrale aanpak voor het aantrekken en begeleiden van zij-instromers. Het moet mensen die besluiten tot een loopbaanverandering en voor de klas willen staan zo aantrekkelijk en makkelijk mogelijk worden gemaakt. Nu stuiten zij in Utrecht nog op te veel belemmeringen.
- Goede randvoorwaarden scheppen voor het onderwijs: zoals betaalbare woningen voor docenten, gratis parkeerplekken bij scholen, gratis OV of (elektrische) fietsen of een bonus voor docenten die lesgeven op scholen met veel leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben.
- Onderwijs(ondersteunend) personeel en leerlingen moeten kunnen rekenen op goede leer- en werkruimtes. Dat betekent goede ventilatie, een goed binnenklimaat en, een goede technische uitrusting voor onder andere onderwijs op afstand. Dit vraagt extra investeringen van gemeente en schoolbesturen in bestaande gebouwen. Daarnaast vraagt dit van de gemeente een concreet meerjarig onderwijshuisvestingsplan. Zeker in een stad waar verdicht wordt en ruimte schaars en duur is, is dit noodzakelijk. Problemen met huisvesting van onderwijs, zowel in het basis- als voortgezet onderwijs tonen dit aan. Dit vraagt om een visie daarop en meerjarig onderwijshuisvestingsplan gebaseerd op de verwachte demografische ontwikkeling, zodat onderwijs(ondersteunend) personeel zich kan voorbereiden op komende ontwikkelingen/verplaatsingen. In nieuw te realiseren buurten wordt hierbij o.a. de samenwerking gezocht met woningbouwcorporaties en ontwikkelaars.
- Leraren worden ruimschoots in de gelegenheid gesteld om te participeren in werkplaatsen, onderwijsonderzoek en vakgerichte netwerken waaraan ook universiteiten en hogescholen deelnemen.
Hoge verwachtingen
Onderwijs moet geen race naar de top zijn, waarbij het ‘hoogste’ niveau de meeste aandacht en waardering krijgt. Gelijke kansen betekent niet dat iedereen naar hetzelfde niveau moet gaan. Maar ieder kind moet de kans krijgen om op het niveau terecht te komen dat het beste past en waar het zich kan blijven ontwikkelen. Alle kinderen zijn gebaat bij hoge verwachtingen; belemmeringen moeten worden weggenomen. Ieder kind hoort erbij, elke opleiding doet ertoe.
Dit gaan we doen:
- We willen dat elk kind dat daartoe in staat is een startkwalificatie kan behalen. Zonder startkwalificatie is het vinden van een goede en zekere baan heel lastig. Om dat te voorkomen werken we intensief samen met het speciaal onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (MBO).
- We bestrijden stagediscriminatie en ontwikkelen een plan van aanpak dat ervoor zorgt dat iedereen evenveel kans heeft op een goede werkplek.
- We blijven meedoen aan de School Werkt-agenda om het voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Vroegtijdige schoolverlaters treden we actief tegemoet en begeleiden we weer terug naar school, een vervolgopleiding of werk.
- We besteden extra aandacht aan leerlingen in het praktijkonderwijs en speciaal onderwijs. We zorgen voor laagdrempelige jeugdhulp in de school. De gemeente zorgt dat deze leerlingen nadat ze van school komen niet uit beeld raken. Zij begeleidt hen via de Participatiewet naar werk met begeleiding (banenafspraak) of andere vormen van participatie. Voor kwetsbare groepen blijft dagbesteding beschikbaar.
- Er is in onze regio een schreeuwende behoefte aan vakmensen. Daarom stimuleren we het vakonderwijs. Hiervoor werken we samen met bedrijven en onderwijsinstellingen waaronder het Speciaal Voortgezet onderwijs, Praktijkonderwijs, Voorbereidend Beroepsonderwijs en MBO scholen.
- We maken werk van een gelijkwaardige positie voor MBO-studenten ten opzichte van studenten aan universiteit en hogeschool. MBO-studenten moeten van dezelfde voorzieningen gebruik kunnen maken als andere studenten en tegen dezelfde tarieven.
- MBO-studenten doen volwaardig mee aan de UIT-week en ze profiteren mee van bijvoorbeeld sportfaciliteiten, zoals Olympos; tegen dezelfde gereduceerde studententarieven. Ook moet de studentenhuisvesting voor MBO’ers beschikbaar worden gesteld. MBO-studenten moeten zich kunnen inschrijven bij de SSH.
- De wethouder van onderwijs en jeugd heeft voortaan ook weer het MBO in portefeuille.