Essay: Navigeren door nieuwe horizonten

Door Romi Leever op 4 september 2023

Navigeren door nieuwe horizonten

Eerstegeneratiestudenten. Een veelal onbekende term. Dit zijn studenten die als eerste uit het gezin gaan studeren. Ze vinden vaak moeilijker de weg in het studentenleven; een vreemdeling in de collegebanken. Mbo, hbo en wo hebben allemaal een eigen cultuur met ongeschreven regels. De manier van deelnemen in lessen, de wijze van vragen stellen of spreken voor de klas. Sommige aspecten van het studentenleven voelen daardoor onbereikbaar. Financieel is het vaak lastig en de studenten moeten bijbaantjes naast hun voltijdsstudie aanhouden. Ook vinden eerstegeneratiestudenten niet de weg naar bestaande regelingen waar ze wel recht op hebben, zoals een aanvullende beurs. Ikzelf ben ook een eerstegeneratiestudent.

Een verhaal: ik zit in de metro naar Weesperplein. Daar stap ik uit, ik loop de Valckeniersstraat uit en ga ik bij de Nieuwe Achtergracht de ingang van de Universiteit van Amsterdam binnen. Ingang A. Ik heb deze route meerdere keren gereisd voordat ik hier mijn eerste lesdag had. Op de hogeschool in Utrecht was ik een keer te laat gekomen bij een tentamen omdat ik het lokaal niet kon vinden (ik had nooit een rondleiding gekregen en door corona had ik er nooit les) en nu ben ik voornemens om overal op tijd zijn. Wat ik toen namelijk niet wist is dat als je te laat bent of ziek bent bij een tentamen dat je het niet mag inhalen, je moet de herkansing gebruiken om het tentamen toch te maken. Als je dan een onvoldoende hebt, heb je pech. Dan mag je het volgend jaar opnieuw proberen.

Al op de middelbare school begon ik door te krijgen dat ik niet zoveel kennis had over het hoger onderwijs dan mijn medeleerlingen. Ik zat op een school waar alleen havo en vwo aangeboden werd. In het vierde en vijfde leerjaar gingen we met de klas naar de open dag van de Hogeschool Utrecht. Hier keek ik mijn ogen uit. Op de weg terug hoorde ik medeleerlingen zeggen: ‘Ik ga hier niet studeren hoor, ik ga naar Groningen, die heeft het beste curriculum.’ En ik dacht alleen maar: hoe weten ze dat?

Het pad van hoger onderwijs inslaan was een transformerende ervaring. Deze reis was bijzonder; ik begaf me op onbekend terrein en moest barrière na barrière doorbreken om mijn weg te vinden. Allereerst mezelf inschrijven bij de hogeschool en het aanvragen van een lening – waar ik ontzettend huiverig voor was doordat een deel van mijn familie in de schuldsanering heeft gezeten. Na hier avonden mee bezig te zijn geweest en na meerdere telefoontjes met DUO was de aanvraag voor studiefinanciering en de aanvullende beurs gelukt. Enkele jaren later heb ik mijn studiefinanciering uitgezet, niet wetende dat je daarmee ook je studentenreisproduct opzegde. Een week lang heb ik betaald voor mijn dagelijkse reis naar Amsterdam en weer terug naar Utrecht, en wist niet wat ik verkeerd had gedaan. De cultuur van de hogeschool heb ik echter nooit leren kennen. Ik begon daar het jaar dat corona uitbrak en ik voelde me nog een kersverse student toen ik het jaar daarop naar de universiteit ging.

Ik startte met verschillende “achterstanden”. Zo was ik er niet van op de hoogte dat studieboeken niet bij het collegegeld inzaten, en had ik pas een aantal weken na de start van een vak de boeken omdat ik moest wachten op mijn salaris. Ik kon me vaak niet focussen op de inhoud van de les door alles eromheen. Er werd vocabulaire gebruikt die ik nog nooit had gehoord, maar er was pas tijd voor vragen ná het college, dat heb ik op de harde manier geleerd. Waar de taal stopt, stopt je wereld. Ik kende de codes en gedragspatronen die nodig zijn om ‘erbij te horen’ vaak niet.

Ik kwam wekelijks bij de Onderwijsbalie. Soms kunnen ze je helpen, en soms word je doorverwezen naar een studieadviseur. Waar ik op de Hogeschool Utrecht nog een mentor had, heb je op de universiteit studieadviseurs. Ik kreeg elke keer een ander aangewezen. Ik kwam hier met vragen over vakaanmelding (je moet je blijkbaar zelf aanmelden voor de vakken die je wil volgen, ook als het verplichte vakken zijn), hoelang je mag doen over het halen van je propedeuse (dit vroeg ik angstig nadat ik hoorde dat ik een vak niet had gehaald van het eerste jaar), en het kiezen van keuzevakken. Dit soort standaard kerninformatie is mij nooit uitgelegd, behalve als ik ernaar vroeg. Door deze matige begeleiding kon ik ook niet op tijd starten met mijn bachelorscriptie.

Daarnaast kon ik niet altijd bij mijn ouders terecht met vragen. Juist omdat ik in een andere onbegrijpelijke wereld terecht was gekomen. Dat uitte zich in twee richtingen: emotioneel en financieel. Ze deden altijd hun best om te helpen, maar gaven ook aan waar dat niet lukte. Bij opdrachten voor colleges werd geadviseerd om feedback te vragen bij ouders of vrienden. De universiteit nam het als vanzelfsprekend aan dat dit een mogelijkheid voor studenten is. Terwijl heel veel studenten – waaronder ikzelf – dat thuis niet altijd kon en op de campus (nog) geen vrienden hebben.

Afgelopen maand durfde ik voor het eerst in lange tijd naar mijn studieschuld te kijken. Ik had een schatting in mijn hoofd hoeveel het ongeveer zou moeten zijn, maar schrok toch door het getal dat groot op mijn scherm stond. Angstig belde ik een vriend op: het kon toch niet zó hoog zijn? Achteraf bleek een deel van de schuld je ov-schuld te zijn, die je alleen moet betalen als je je studie niet (tijdig) afrond.

Sinds december ben ik commissielid voor de Partij van de Arbeid hier in Utrecht, wat een ontzettende eer is. Deze week heb ik vragen gesteld aan de wethouder over wat we voor eerstegeneratiestudenten kunnen doen in onze stad. Wat er nu geregeld is, is vooral voor de studenten op de Universiteit van Utrecht, helaas niet (goed) genoeg voor het mbo of hbo. We moeten studeren toegankelijk en laagdrempelig maken voor het brede publiek en ondersteunen waar nodig is. Zoveel kloven kunnen makkelijk overbrugd worden met meer begeleiding en ondersteuning. Dit raakt aan kansenongelijkheid. Om niet uit te gaan van vanzelfsprekendheden, maar om iedereen een hand te geven als ze dat nodig hebben.

Studenten van de eerste generatie brengen diversiteit en een nieuw perspectief naar onderwijsinstellingen. Hun unieke levenservaringen en perspectieven verrijken discussies in de les, dagen conventionele wijsheid uit en moedigen kritisch denken aan. Door hun diverse achtergronden te omarmen, bevorderen onderwijsinstellingen een inclusieve leeromgeving die alle studenten ten goede komt.

Lees hier de schriftelijke vragen van Romi, samen met D66 Utrecht, over hoe de gemeente eerstegeneratiestudenten beter kan ondersteunen.

 

 

 

 

 

 

Romi Leever

Romi Leever

Inzetten voor een Utrecht met verbinding Utrecht is altijd mijn thuis geweest, in die zin ben ik een “echte Utrechter”. Veel plaatsen hebben een speciaal plekje in mijn hart. Als ik wandel door de straten zijn er overal locaties waar ik een mooie herinnering bij heb. Bij het AZC vlak naast mijn ouderlijk huis heb

Meer over Romi Leever